Waarom overstappen van motor naar auto voor circuit rijden?
Mijn passie voor motorracen is er nog steeds, maar de laatste jaren voel ik dat de drang om alles te riskeren op circuit minder groot is. Motoren zijn bovendien enorm geëvolueerd: aerodynamica en elektronica spelen een steeds grotere rol. En laten we eerlijk zijn: het blijft gevaarlijk. In de afgelopen 15 jaar heb ik meerdere dodelijke ongevallen van dichtbij meegemaakt, soms zelfs met mezelf erbij betrokken. Dat zet je aan het denken.
Zijn auto’s veiliger? Absoluut. Een keer de bocht uitlopen eindigt zelden in een gebroken sleutelbeen, eerder in een “oeps”-momentje waarna je vaak gewoon verder kunt. Materiaalkeuze blijft belangrijk, maar een rolkooi biedt nu eenmaal meer bescherming dan een leren racepak.
Hoe begin je met autoracen of een trackday?
De afweging om te starten met autoracen speelde al lang in mijn hoofd. Dit jaar hakte ik eindelijk de knoop door: ik boekte een trackday. Net zoals bij motoren is dat vaak de beste manier om kennis te maken met de sport.
Je kunt een eigen wagen kopen en direct het circuit op, maar begeleiding is een veel betere keuze. In één sessie met een professionele instructeur leer je namelijk tien keer meer dan alleen.
Welke auto kies je voor je eerste trackday?
De moeilijkste beslissing was: met welke auto? Met mijn ervaring op 1000cc superbikes had ik geen zin in een oude, handgeschakelde BMW met minder pk dan mijn daily driver. Voor veel beginners is dat wél de ideale keuze. Het leerproces draait dan om het begrijpen van het circuit, het wennen aan snelheid en het overwinnen van angsten.
Maar ik zocht iets uitdagenders. Niet meteen een GT3-racer of formulewagen, maar wel iets daartussenin. Zo kwam ik uit bij Xwift Racing Events, een organisator met een indrukwekkende line-up: van instapwagens tot Praga’s en zelfs een Toyota Supra GT4. Mijn keuze? De Ligier JS2 R – een pure racewagen, niet straatlegaal, gemaakt met één doel: racen.
Waar rij je je eerste trackday in België?
In België heb je eigenlijk maar drie realistische keuzes: Spa-Francorchamps, Mettet of Zolder. Voor mijn eerste keer vielen Spa en Mettet af.
Omdat het eerste keer is, wil je niet meteen op een overcomplex circuit rijden. Dat zorgt er namelijk voor dat je het grootste deel van je trackday bezig zult zijn met het leren van de bochten. Dat is fijn, maar mijn doel was om zo snel mogelijk de wagen te begrijpen en mijn eigen potentieel.
Zolder was dus voor mij ideaal: een echt autocircuit met vloeiende lijnen, chicanes en een technisch karakter.
Eerste ervaringen tijdens de trackday: natte baan en leren racelijnen
Om 9 uur ’s ochtends meldde ik me in de pitbox van Xwift. Na een warm onthaal met koffie en gebak was het tijd om het racepak aan te trekken. Verrassing: een autoracepak zit een stuk comfortabeler dan een leren motorpak.
Net zoals bij mijn allereerste motorsessie begon ook deze dag met regen. Terwijl de instructeur de Ligier warm reed, vielen de druppels al. Toeval of niet, mijn debuut op vier wielen begon exact zoals mijn debuut op twee.
De eerste sessie reed ik voorzichtig. Slicks maakten al snel plaats voor regenbanden en zonder enige elektronische hulpsystemen waarschuwde de instructeur meteen voor slipgevaar. Dat bleek terecht: overal gele vlaggen en auto’s die bijna spinden. Wij hielden het gelukkig stabiel en concentreerden ons vooral op het aanvoelen van de wagen, de natte lijnen en de rempunten.
Rijden met de Ligier JS2 R op Circuit Zolder
In de tweede sessie droogde het asfalt langzaam op en konden we terug naar de ideale racelijn. Dat voelde meteen een pak natuurlijker. Het vertrouwen groeide, het tempo ook.
En wát een wagen. Met ruim 350 pk voelt de Ligier als een ruwe racemachine. Je zit laag, krijgt tonnen feedback via het chassis en zelfs in de regen blijft hij verrassend toegankelijk. Pas op droog asfalt komt hij echt tot leven: vol op het gas, hard in de remmen (zonder ABS) en een precisie die indruk maakt.
Geluidslimiet op Circuit Zolder: wat je moet weten
Toch blijft er één minpuntje: geluidslimieten. Op Circuit Zolder is die dorgaans 98dB. Dat is niet veel. Zelfs stock-motoren en standaard sportwagens krijgen al wel eens een zwarte vlag hier. En ... net als vroeger kreeg ik ook nu weer een zwarte vlag. Ondanks extra demping door het team, moesten we in de namiddag definitief van de baan. Trackday voorbij… of toch niet?
Alternatief: een BMW 325i trackday
Gelukkig kreeg ik nog een sessie aangeboden in een BMW 325i. Ironisch genoeg precies de wagen die ik aanvankelijk níét wilde: oud, handgeschakeld en relatief weinig pk’s. Maar samen met de instructeur bleek het een geweldige rit.
De vergelijking? De Ligier is precies, scherp en vraagt finesse. De BMW is speels, vergevingsgezind en puur fun. Waar de Ligier discipline vereist, nodigt de BMW uit om curb na curb vol te pakken en hard te remmen. Anders, maar stiekem minstens zo leuk.
Eindconclusie: is de overstap van motor naar auto voor circuit rijden de moeite?
Mijn grootste vraag was: voelt autoracen even natuurlijk als motorracen? Het antwoord: ja, vrijwel meteen. Vanaf de eerste sessie voelde ik me thuis achter het stuur. Veel circuitervaring en skills van twee wielen bleken perfect overdraagbaar naar vier. Het is fysiek minder zwaar, waardoor je meer aandacht hebt voor techniek en lijnen.
Ben ik overtuigd? Absoluut. Ik heb de race-bug stevig te pakken. En ik kan niet wachten om terug te keren naar het circuit.